Gilbert van Drunen werkt in verschillende kunstvormen. Niet alleen met traditioneel beeldende materialen zoals olieverf op doek, wrongelcaseineverf op paneel en keramiek; maar ook met fotografie, video en muziek. De belangrijkste inspiratiebron van het werk: het eensgezinde gevoel met mensen uit andere culturen die hij op verschillende plaatsen in de wereld opzoekt, de laatste jaren steeds vaker in Afrika. Zijn belangrijkste kunstkriterium: 'frisheid'. Het werk van Gilbert van Drunen vertoont een diversiteit aan invloeden die zich in complexe, vooral organische strukturen comprimeert en waarbij - als verrassing, en steeds meer: flarden van tekst kunnen worden ontdekt. Zijn werk neemt een bijzondere positie in binnen de beeldende kunst, maar reageert ook op gebeurtenissen uit het dagelijks leven en de wereldpolitiek.
In Phoebus nam Gilbert van Drunen in 1990 deel aan een ladekastproject, in 1994 volgde de eerste kleine solo (olieverf op doek en paneel). Sindsdien heeft hij regelmatig in PHŒBUS•Rotterdam geexposeerd: 1998 "Wonderwheels", 1999 "Strand", 2000 "Equator", 2001 PHŒBUS•Rotterdam op de Art Rotterdam met "Lof der Zotheid - revisited" (telkens solo), deelname aan "Uit de Lof der Zotheid", KunstRAI 2001 (groepstentoonstelling), 2001 "New World Leaders" (solo keramiek), 2003 solo tekeningen, 2005 deelname aan "Perfors 1" (groep). In de expositie "FISHTORY", 2005, liet Gilbert van Drunen grote keramische beelden en tekeningen zien. In "Nieuwe doden, nieuwe kansen", 2007, porseleinen wandobjecten en grafiek.
In 2000 is een opdracht voor gevelverfraaiing van een flatgebouw in Maassluis gerealiseerd en zijn in 2002 onder meer grotere wandschilderingen gemaakt in Arti et Amicitiae en Tent., in 2003 in KW14, in 2004 in Archipel. Werkperiode Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch, 2005.
In 2001 gaf Gilbert van Drunen het boek "Village Contributions" uit (met afbeeldingen in zwart-wit en kleur, tekstbijdragen van Eppo van der Kleijn, Louwrien Wijers, Hassan al Sharif, Mirjam de Winter en Gilbert van Drunen. Opl. 500, ISBN 90-806231-1-3 (12 euro; te bestellen via gilberty@xs4all.nl of phoebus@phoebus.nl); in 2007 verscheen een interview met Alex de Vries, "Zo vanzelfsprekend: een tekening die nooit af is", uitgave Amsterdams Grafisch Atelier.
In 2008 bedenkt Gilbert van Drunen een tentoonstellingsconcept: "Wouldn't it be nice, Couldn't it be nice, Shouldn't it be nice" voor twee gelijktijdige exposities over schrijven, beschrijven en herschrijven in de beeldende kunste, met Gilbert van Drunen, Toine Horvers, Willy de Sauter
opening zondag 14 december 15-17 uur: PHŒBUS•Rotterdam (t/m 25 januari 2009)
opening donderdag 18 december 20.30 uur: KUNSTENLAB Deventer (t/m 1 februari 2009)
Een tentoonstelling met Toine Horvers, Willy de Sauter en Gilbert van Drunen. Schrijven, beschrijven en herschrijven.
Willy herschrijft de geschiedenis, opnieuw modernisme, nog een keer - bijna tegen beter weten in. Plamuur hier en daar. Architectuur in isolatieblokken; stille getuigen van de vooruitgang, oude herinneringen aan een maakbare samenleving, iedereen in een Le Corbusier, of beter in een Buckminster Füller. Plamuur als ultieme schilderkunst die op is gegaan in architectuur, de schilder is architect; iedereen kan het, niemand doet het. Hoopvolle blik op een samenleving die maar niet mee wil doen, hoop, nu, dan maar definitief het museum in. Toine beschrijft, alles wat hij ziet. Als een renaissance kunstenaar betrekt hij alle disciplines in zijn werk: zang, dans, beeldhouwkunst, schilderkunst, poëzie en zelfs, ook hier, architectuur. Diep geworteld in de humanistische traditie doorwrocht Toine zijn onderwerp, keert, draait, houdt tegen het licht en mijmert - hard op. 'Pas als alle details benoemd zijn kan ik een poging doen het leven te begrijpen' lijkt hij mij te willen zeggen, en ik zie hem als een verlicht vorst zichzelf terugtrekken, de studio in. Om in diepe contemplatie het gewone leven weer eens tegen een ander licht te houden.
Moi, zij de dwaas, Ik schrijf. Als werkwoord, als het aan de gang is. Schrijf zonder be- of her-. Schrijf als kip zonder kop, zonder idee, hooguit een om het kapot te maken, omdat ik, eigenlijk, diep van binnen helemaal geen idee wil hebben.
Omdat ik adem, in, uit, vergeet en onthoud. Vind en verlies. Vertrouw net zo hard als dat ik wantrouw, om daar tussen in even alles stil te laten staan, zoals Tika in TiTaTovenaar. Kapot is niet kapot als je van ademen houdt.
Lijkt mij mooi om deze 3 eens samen te zien.
Gilbert van Drunen, juni 2008