Joos van de Plas, 'Nursing Beauty'
 solo expositie galerieruimte beletage, opening zondag 6 oktober 2024, 15-17 uur, met een tekst van Kurt Wettengl, v/m directeur Museum Dortmund en expert Maria Sibylla Merian, voorgelezen door Harm Barteling, kunstliefhebber en vriend, om 15.30 pm.
 • rondleiding door de expositie door Joos van de Plas: zo 17 november, 15 uur
  De inhoud van de expositie van Joos van de Plas is rijk, aan aandacht, tijd, materiaal, liefde voor de natuur, diversiteit. De titelbeschrijving van een van de drie grote vlinderkooien zegt al veel over de expositie:
 –––––'Kweekkooi I - Life Varia', 2024, houten kooikast op vier bloempotten.  Materiaal in de kooi: geprepareerde linnen draden elk beschilderd met wit acryl,  poppen, cocons, dag/nacht vlinders, vlinder vleugels, gerestaureerde vlinder  vleugels, aangevreten boom bladeren, kleuren systeem Alfred Hickethier,  botanie inheems/uitheems, entomologie inheems/uitheems, vrouw/man  symboolkaarten, collectie kaarten, zelf vervaardigde zijden slaapzak voor een pop,  papillot met potloodtekeningen, zijden en plastic bloemdelen, zijde-, goud-, en  zilverdraad, insectenspelden, hxbxd 1.96 x 0.83, x 0.83 m. 
 –––––In de tweede kooi honderden gefotografeerde vlinders – dubbelzijdige C-prints, 'een voor een' uitgeknipt. In de derde kooi, 'Luna Dreamcatcher', grotere vlinders, zoals de blauw-geel-groene maanvlinders. Buiten de kweekkooien vliegen enkele ornitoptera (birdwing vlinders) 'vrij' in de galerie rond.
 Aan de wanden verschillende werken. Ook de kastjes met bouwsels/sculpturen door rupsen gemaakt – met materiaal, dat is aangedragen door de kunstenaar...
  


  
 Foto's PHŒBUS•Rotterdam
  


   
  


  
 Foto's Joos van de Plas: klein vlinder lokkastje met felgekleurde readymade schoonmaaksponsjes, die - gedoopt in suikerwater - als voeding kunnen dienen om vlinders mee te vangen / 'After life I' / 'Caterpillar Architect Hours', kleine bouwsels - sculpturen door rupsen gemaakt, met materiaal aangedragen door Joos van de Plas.
 Foto's Joos van de Plas: klein vlinder lokkastje met felgekleurde readymade schoonmaaksponsjes, die - gedoopt in suikerwater - als voeding kunnen dienen om vlinders mee te vangen / 'After life I' / 'Caterpillar Architect Hours', kleine bouwsels - sculpturen door rupsen gemaakt, met materiaal aangedragen door Joos van de Plas.
   
  tekst Kurt Wettengl (NL, Duitse tekst te bestellen), oktober 2024
  De wil en het zijn,tekste van Ad van Rosmalen.
 Joos van de Plas in Phoebus Galerie Rotterdam
 
 Ooit was het ketters te denken dat de mensheid een principiële eenheid
 vormt, want zwarten en witte konden toch niet een gelijk plaats hebben
 onder de hemel, of in de hemel. Ooit waren dieren mechanische wezens,
 ingenieuze wezens dat wel, met als doel de mens in schoonheid te dienen
 en de hongerigen te voeden. Ooit ontstond er blindheid voor planten,
 groen en onbeweeglijk, daar kon geen ziel in huizen. In het dagelijks
 gebruik wordt de ketterse gedachte racisme genoemd, is de mechaniek van
 de dieren uitgegroeid tot bio-industrie en moeten de regenwouden gered
 worden van de blindheid voor levendig groen.
 
 Misschien dat kunstenaars beter wisten, dat is goed mogelijk, tenslotte
 zien zij andere dingen dan de volgzame goegemeente1. Hun werken zijn
 dubbelzinnig en dan kunnen mensen gelijke plaatsen hebben, dieren bezield
 worden en spreken, kan de plantenwereld meer zijn dan het decor voor
 grootste daden en gevoelens. In de kunst gaan mensen over in laurierbomen,
 in de verbeelding zijn hazen en schildpaden op een fractie na even snel en
 loopt een monnik de kans om te biecht te gaan bij Broeder Wolf. Alles
 ademt eenheid van leven, nadat het eenmaal begonnen was als een samengaan
 van wat heet dode materie.
 Of al deze gedachten telkens het motief vormen voor of in het werk van
 Joos van de Plas is natuurlijk de vraag, maar hoe anders zou zijn zich een
 kunstenaarsleven lang kunnen geïnspireerd weten door het natuurlijk leven
 op de planeet Aarde? De al genoemde schoonheid van de natuur zou voldoende
 kunnen zijn, wanneer men er oog voor heeft. De wil en lust om te creëren,
 diep gelegen in de ziel van iedereen, is mogelijk een adequate verklaring.
 Ook de studieuze aandacht voor de evolutionair ontstane vormenrijkdom, die
 haar leidde naar het werk van Maria Sibylla Merian2 en deed reizen naar
 Suriname, biedt op zichzelf genoeg drijfveer om met minutieuze inspanning
 beelden en voorstellingen te geven van die rijkdom. Maar schoonheid, wil
 en aandacht zijn menselijke faculteiten die in het tegendeel kunnen
 verkeren en lelijkheid, onwil en veronachtzaming teweeg brengen. De
 tegendelen waarvoor de kunstenaar niet koos.
 Wanneer het dan niet enkel de ervaren schoonheid, of de wil en aandacht
 het motief leveren, wat dan? Misschien dat er antwoord te vinden is in de
 jarenlange bestudering, en verwerking tot beeld, van de boeken van Merian.
 
 In het bewustzijn dat er in de eeuwen na het publiceren van die boek- en
 plaatwerken, veel dieren en planten verdwenen zijn, zowel naar aantallen
 als naar complete soorten, vatte de kunstenaar belangstelling op voor
 insecten, in het bijzonder voor vlinders. In foto's en film, tekeningen en
 schilderijen toonde zij het eigen karakter van de schubvleugeligen, zoals
 de soortnaam voor vlinders luidt. Misschien niet louter om de schoonheid
 van de dieren weer te geven, dat doen zij zelf meer dan voldoende in hun
 levende aanwezigheid. Het kan zijn dat de kunstenaar haar relatie met dat
 deel van de levende wereld wilde onderzoeken voordat zij zich gerechtigd
 voelt om de relatie daadwerkelijk te ervaren. Wanneer men zich afvraagt of
 het mogelijk is om relaties aan te gaan met insecten, dan gaat men voorbij
 aan het gegeven dat een relatie niet per definitie inhoudt dat die
 wederzijds ervaren wordt. Er is niet altijd een huisdier nodig om een
 zinvolle verhouding te ervaren met andere dieren, zoals met een klasse van
 insecten of andere ongewervelden. Het is niet alleen mogelijk de groep als
 geheel onder te brengen in respectvolle omgang met het niet-menselijke,
 zelfs is het mogelijk om langduriger om te gaan met een individueel lid
 uit zulke soorten.
 Het bewijs dat de onderzoekende relatie van de kunstenaar met vlinders
 veelomvattender is, dan enkel het vergaren van kennis, is misschien wel
 het feit dat de zij vlinder-eieren zocht. De eitjes, met op zichzelf
 sculpturale vormen, ging zij verzorgen. De larven, rupsen, voedde zij met
 de bladeren van specifieke waardplanten. Ze beschermde de cocons tegen
 schommelingen in temperatuur, bewaakte de juiste vochtigheidsgraad en
 beluchting. En zij wachtte op de ontpopping.
 Een kunstenaar werkt met materiaal, maar Joos van de Plas beschouwt de
 levende insecten niet als zodanig. Zij bood de rupsen materiaal aan,
 anders dan bladeren en takjes, om de door hen gesponnen cocons aan te
 bevestigen en te verstevigen. Dit vanuit de gedachte dat zij zelf zou
 experimenteren met verschillende stoffen, dus waarom de zouden rupsen dat
 niet doen? Zo ontstonden fragile bouwwerkjes in samenwerking tussen de
 kunstenaar en haar rupsen… of tussen de rupsen en hun kunstenaar. In zo'n
 relatie is er geen nutsdoel, geen boter, kaas & eieren, maar een resultaat
 dat als schoonheid ervaren kan worden, zonder belangen naar men zegt. Maar
 nog steeds zou men het opkweken van vlinders kunnen zien als experiment,
 als onderzoek om tot beter inzicht te komen in de wereld van insecten en
 planten, bloemen en hun bestuivers, het blijft dan een act van
 kennisvergaring. Men staat in die zin tegenover de natuur, wat die term
 ook moge betekenen3, in plaats van dat men er willens en wetens deel van
 uitmaakt.
 Deel willen uitmaken van de natuur door een betekenisvolle relatie aan te
 gaan met andere dieren of planten, wordt vaak begrepen als een al te spirituele benadering, als een weinig realistische manier van in het leven
 te staan. Het zou mystiek zijn. Oh wee, dat kan nooit tot authentieke
 kunst leiden.
 
 In de christelijke traditie wordt mystiek ook niet altijd vertrouwd, maar
 is er een interessant onderscheid gevormd tussen de zogenaamde wilsmystiek
 en de zijnsmystiek, tussen de mystiek van Franciscus van Assisi (1181 –
 1226) en die van Johan van het Kruis (1542 – 1591). Waar men de wil laat
 prevaleren om één te worden met de natuur en de dieren, zoals Franciscus
 voorstond om op die manier de grootsheid van Gods schepping te eren, is er
 in de zijnservaring van overgave sprake, als in de licht brengende
 eenwording met de godheid, zoals Johan beschrijft in de "Bestijging van de
 berg Karmel". Waarschijnlijk zijn kunstenaars eerder geroepen tot de
 eerste vorm van mystiek, en kunnen zij de ervaring verbeelden. Heilige
 zusters en broeders zijn meer van de tweede vorm, de zijnsmystiek, want
 zij getuigen erover, maar beter zou het misschien zijn erover te zwijgen,
 zoals wordt gezegd dat de ware mysticus doet.
 Kijkend naar de werken van Joos van de Plas, waar zij bijvoorbeeld in
 grote driedimensionale tableaus voorstellingen van dieren samenbrengt
 met vlindercocons en andere vaak natuurlijke materialen, kan men haar
 voortdurende belangstelling voor de natuurlijke wereld zien. Zij kan
 deel uitmaken van die wereld door haar kennis en ervaring, door haar
 verbeelding en vormgevoel, om te zetten in beeld. Maar misschien is nog
 belangrijk dat zij deel uit wil maken van de wereld, van het leven…
 Herfst 2024, Ad van Rosmalen.
 
 1 Zo wisten kunstenaars de Franse overheid ertoe te bewegen om het Woud van Fontainebleau in 1861 tot het eerste natuurreservaat in de wereld te maken.
 2 Maria Sibylla Merian (1647–1717) was een natuuronderzoeker en kunstenaar die natuurgetrouwe tekeningen en schilderingen maakte van Europese en Surinaamse soorten.
 3 Virginie Maris; Het wilde deel van de wereld; Amsterdam 2021; p38-55. Maris onderscheidt globaal wel vijf moderne natuuropvattingen.
 •
   
  Eerste expositie Joos van de Plas bij PHŒBUS•Rotterdam: projectruimte
 10 december 2023 t/m 18 februari 2024. Toelichting op Posrtfolio Wiesbaden door Joos van de Plas zondag 21 januari 2024 om 15.00 uur.
  Joos van de Plas, Portfolio Wiesbaden
  Expositie:
 1. 'Portfolio Wiesbaden'
 kunstenaarsboek; getoond wordt de artist proof, beschikbaar zijn no's 3 t/m 10 van 10.
 Pagina's: 96, papier: 230 gr. platen: 36, transparante foli: 36, formaat: 58 cm x 41 cm. Techniek: piezographic print
 2. 'Network' 2019, mixed media, collage/tekening, incl. lijst en passepartout: 50 x 40 cm.
 3. 'Little Life Act 2005-2006'; jaar: 2011. Een deel uit een serie van twaalf objecten met de titel 'Little Life Act', elk object heeft een andere combinatie van jaartallen Maat: 24 cm x 24 cm x 50,5 cm. Techniek: linnen draden, acryl, board, gaas, hout, piezographic print. Plexiglazen kap om object te beschermen 50,5 cm x 27 cm x 0,4 mm dik.
  

   
  


   
  


   
  


