'Mijn wereld is de uwe, uw wereld is de mijne'
De actualiteit van Hans Stevens (1948-2013)
Begin jaren '80 stelde Hans Stevens een boek samen met de titel Naar 'en': (on)ordeningen naar de weg bij het een boek en. Het bestaat uit 186 A4 pagina's met ragfijne geometrische patronen, afgewisseld met experimentele woordcomposities en gecondenseerde theoretische beschouwingen omtrent het EN-principe. Dit werd in de jaren '70 door Stevens ontwikkeld als een 'meerdimensionaal taalontwerp'. Zoekend naar de meerdimensionaliteit van taal (en...en in de plaats van of...of) exploreerde Stevens het ruimtelijke en meerduidige potentieel van woorden en teksten. Dit streven naar meerduidigheid vormt de basis van zijn tekeningen, schilderijen, performances en installaties. In Naar 'en' bracht hij woorden en beelden samen die de grondlaag vormen van het principe. Het hele boek ademt een sfeer van analyse, reflectie en onderzoek, maar oogt tegelijkertijd avontuurlijk en poëtisch. Als een voorloper van het hedendaagse 'artistiek onderzoek' komt het vandaag zelfs fris en actueel over.
Merkwaardig genoeg komt de naam Hans Stevens nergens in het boek voor. Dit volstrekt anonieme kunstenaarsboek was dus duidelijk niet bedoeld als zelfpromotie maar als zelfreflectie. Dit tekent het kunstenaarschap van Hans Stevens, maar het verklaart ook zijn geringe bekendheid. Deze zoekende en onderzoekende kunstenaar werd vooral gedreven door nieuwsgierigheid en creativiteit, niet door ambitie. Zijn zoektocht naar het communicatieve en artistieke potentieel van taal kadert in de sfeer van de conceptuele kunst die in de jaren '70 dominant aanwezig was in het Nederlandse kunstmilieu. Anderzijds staat zijn praktijk dwars op de gangbare conceptuele praktijken die vaak gepaard gingen met de articulatie en de exploitatie van het kunstenaarsimago. In tegenstelling tot de de publieke ruimte opzoekende kunstenaars van zijn generatie lijkt Stevens meer op een monnik die in de rust van zijn atelier schrijvend en tekenend reflecteert op het kunstenaarschap en de wereld.
Stevens' precieze schema's, woordschikkingen en schrijfsels zijn allemaal 'zoekingen naar taal'. Ze reflecteren een hoogsensitieve zoeker die het ritueel en de routine van het tekenen en het schrijven nodig had om om te gaan met de snelheid en de veelheid van de dingen. Stevens lijkt zich daarbij voortdurend bewust van de beperktheid van het medium taal: zijn werk is een voortdurende poging zich daar talig toe te verhouden via de constante constructie en deconstructie van tekst en tekening. Het papier blijkt dan zijn enige houvast: het is ontvankelijk en geduldig. Vanaf het eind van de jaren 90 tot aan zijn dood vult Stevens elke dag een A4 met notities en schetsen die een samenvatting vormen van de dag. Zowel persoonlijke waarnemingen en reflecties als gebeurtenissen uit het wereldnieuws vinden hun weg naar deze gecondenseerde tekstueel-visuele memo's. Die worden keurig opgeborgen in mapjes, die op hun beurt een indrukwekkend archief vormen van het alledaagse.
In een tijdsgewricht vol vervreemding, desintegratie en polarisatie is het werk van Hans Stevens vandaag verrassend relevant. In 2011 zet hij zich gedurende enkele weken achter een raam om te observeren wat er in de Tilburgse straat gebeurt. Hij ervaart een onuitputtelijke rijkdom van waarnemingen en gebeurtenissen, die allemaal hun weg vinden naar kleine blaadjes met schetsen en notities. Aan de filmer die verslag maakt van het gebeuren, verklaart Stevens dat hij op het raam nog een tekstje had willen aanbrengen, gericht aan de gehaaste voorbijgangers die hem achter het glas aan het werk zagen: 'Mijn wereld is de uwe, uw wereld is de mijne'. Of hoe een stille en introverte kunstpraktijk kan overlopen van engagement en generositeit.
Johan Pas, Mei 2017