Hans Houwing maakt sinds 1991 objecten van metaalgaas
In het begin werkte hij met roestvrij staal gaas met een maaswijdte van 1 x 1 mm. Het merendeel van de werken ontstond door gaas te verknippen, schering en inslag te ontrafelen en verschillende stukken weer te monteren, door ze aan elkaar te naaien of door draden vast te zetten door ze om elkaar heen te draaien.
Na negen jaar hoofdzakelijk met fijnmazig roestvrij staal gaas te hebben gewerkt, gebruikte Hans Houwing tussen 2000-2006 vooral volièregaas, i.e. gegalvaniseerd vierkantgaas met een maaswijdte van 12 x 12 mm. Na die tijd is met alle metalen gaassoorten gewerkt, waarbij vooral een schaalvergroting opvalt. Behalve met de genoemde ook met kippengaas en kuikengaas ofwel 'kwartjesgaas'; met 'dubbeltjesgaas' met grotere vierkante of zeshoekige mazen op verschillende formaat; en met het stevige chrysantengaas met een maaswijdte van 12 x 12 cm.
Alle werken zijn variaties op een basis van een lineair regelmatige raster. Het strakke grid wordt verbogen en door er in in te grijpen, wordt het drie-dimensionaal. In die zin worden alle werken ruimtelijke tekeningen. Soms worden korte stukjes draad (gehaald uit het gebruikte gaas) naar achter gebogen en ontstaat een afstand tot de muur waaraan het werk hangt; dan ontstaat naast de lijntekening van metalen draden een verdubbelende tekening van schaduwen op de wand, die met het licht sterker of zwakker wordt. Lichtval geeft het werk van Hans Houwing in het algemeen extra levendigheid. Veel Hollandse huizen zijn doorzonwoningen; strijklicht werkt goed!
De beperking in materiaal en techniek laat een rijkdom aan mogelijke uitwerkingen toe, en leidt tot een gigantische rijkdom aan vormen. Alle werken zijn op zichzelf staande kunstwerken - hoewel de kunstenaar ze liever ' werkstukken' noemt. Overigens zijn alle werken in een hanteerbaar formaat – het zijn meestal wandobjecten, eenvoudig aan een of twee spijkers op te hangen.
Het werk van Hans Houwing is concreet en roept niettemin associaties op.
Hans Houwing, Mirjam de Winter - april 2020