25 november t/m 24 december 2011 en 5 t/m 15 januari 2012
Altijd geïnspireerd door architectuur, bouwde Pjotr Müller, Nederlands beeldhouwer, de meest verschillende constructies. Van primitieve hutten - de mens is de maat - tot het grote tempelachtige complex Mijn Paradijs; van de uit sloophout opgetrokken gangenstelsels, verlicht door vensters (Museum De Pont, 1994), tot Het huis van dr. Jung, een eveneens tijdelijke architectuur (Museum Kröller-Müller 2007-2010), waarin de droom, opgetekend door psychiater Jung, uitgangspunt was voor de verbeelding van diepmenselijke emoties. Binnen in dit huis leidt een meditatieve tocht door ruimtes over drie verdiepingen langs klassieke sculpturen, refererend aan de Griekse mythologie, en langs verschillende beeldschone landschappelijke uitzichten in de tuin van het Kröller-Müller Museum, om uiteindelijk te geraken bij de gipsen sculptuur van een extatisch liefdespaar.
Het aftasten van de hele traditie van de beeldhouwkunst - met raakvlakken aan politiek, filosofie, religie en persoonlijke emotie - mondde in 2003 uit in Het Allegorisch Werk: een levensgroot hobbelpaard waarop de figuur van een jongetje zit (Müllers toen jonge zoon) en waarnaast de verbeelding van zijn vrouw is geplaatst, beiden in gips, de een beplakt met aanvraagformulieren voor kunstsubsidies, de ander met kunstrecensies. Hoe politiek betrokken ook, de referentie aan speelgoed in het hobbelpaard relativeert.
Ook in de expositie van Müller in PHŒBUS•Rotterdam van eind 2011 - begin 2012 komt het spel om de hoek kijken. Verschillende galerieruimtes zijn volgebouwd en volgestouwd met stapelingen van architecturale meubelachtige constructies waarin de meest wonderlijke architectuurmodellen zijn neergezet. De pastelkleuren van dit tautologische universum doen denken aan een speelgoedparadijs, heerlijk om in te toeven en alle geruis over de kunst en het geld even achter je te laten.